Skip to main content

Column: Mensen met clubliefde, een uitstervend ras?

By 6 april 2016Column

We naderen het einde van het seizoen en de transfermarkt begint weer langzaam op stoom te komen. Zo wordt er bij veel clubs en spelers  geïnformeerd naar eventuele overgangen voor het nieuwe handbalseizoen. Mede daarom wijdt ik vandaag deze column aan clubliefde.

Advertentie

Wanneer spreken we van clubliefde? Is daar wel een definitie voor? Het lijkt in zo’n beetje alle sporten een uitstervend ras. Je wilt als talentvolle speler met ambitie prijzen pakken en het liefst onsterfelijk worden door voor je club in de strijd om de prijzen de beslissende treffer te scoren. Echter wordt vaak vergeten dat er meerdere manieren zijn om onsterfelijk te worden bij je eigen club en dan heb ik het niet alleen over het eremetaal.

Los van spelende club-iconen heb je natuurlijk ook vele niet actieve handballers die gigantisch veel voor hun club betekenen. Denk aan bijvoorbeeld eens aan vrijwilligers. Dat wilde ik toch nog even kort vermelden in deze column omdat een vereniging niet kan bestaan zonder vrijwilligers en andere betrokkenen. Ook zij kunnen vermeld worden onder de noemer clubliefde/clubiconen wat mij betreft.

Jeugd
Maar laten we even onderaan beginnen; bij de jeugd. Het valt mij op dat er jongens en meisjes in de jeugd rondlopen die in hun tienerjaren al drie of vier clubs achter hun naam hebben staan. Dit moeten we niet normaal gaan vinden want dit is mijn inziens echt niet goed. Vroeger was niet alles beter, maar er ontbreekt nog wel eens een bepaalde instelling bij de jeugd om bij een club te blijven. Het is in de senioren soms al lastig om te aarden bij een nieuwe club, laat staan voor tieners. Waar is dan je houvast? De vraag is eigenlijk, waarom wordt er in de jeugd zo veel van club gewisseld? Ik heb het al zo vaak gezien. Er wordt dan geroepen dat er geen mogelijkheden meer zijn bij de huidige vereniging, maar meestal zijn die er wel. Als je het mij vraagt wordt er heel snel gekozen voor de makkelijke weg en de makkelijke weg is opstappen. Bijvoorbeeld; Als jij in de B jeugd speelt en over moet naar de A jeugd, maar je denkt daar weinig aan spelen toe te komen, dan wordt er al snel overwogen om ergens anders heen te gaan. Dus spreken we dan van een beperking van mogelijkheden of beperking van mogelijkheden zien? Het gras is namelijk altijd groener bij de buren.

Advertentie

“Het gras is namelijk altijd groener bij de buren.”

Daarnaast zijn er natuurlijk ook invloeden van buitenaf, denk bijvoorbeeld aan de ouders. We moeten niet vergeten dat de ouders vooral bij de jeugd een grote rol spelen. Elke ouder is fan van zijn of haar eigen kind en dan is het soms lastig om objectief te blijven. We moeten niet vergeten dat wat een speler of speelster zelf wil altijd het belangrijkst is. Of het nou topsport of breedtesport is. Iedereen wil het beste voor hun kind!

Senioren
Bij de senioren is het een ander verhaal, al zijn er best wat punten die hierboven staan die je ook kunt toepassen op ‘’volwassenen’’. Het is misschien een beetje nostalgisch hoor, maar ik vind het prachtig om spelers bij clubs te zien die er al jarenlang spelen. Spelers die niet zwichten voor het ‘geld’ of het meedoen om te prijzen, maar het juist bij hun eigen club zo goed mogelijk proberen te doen. En ook bij de senioren kan het natuurlijk zo zijn dat er geen mogelijkheden meer zijn om je te ontwikkelen of om het maximale aan prestaties en plezier eruit te halen. Het kan natuurlijk zo zijn dat je ambitie hebt en de club je niet meer kan bieden wat jij zoekt. Of dat je het niet meer kan vinden met de coach of trainer. Maar dat is de andere kant van het verhaal, er zijn zo nog vele verhalen, maar er wordt misschien wel te snel gekozen voor de uitgang. Dat vind ik jammer.

“Heel handbalminnend Nederland wilde dat hij kampioen zou worden.”

Ook hierbij heb ik een voorbeeld. Kijk eens naar Ron Klemann. ‘mister BEVO’. Als ik mij niet vergis begonnen bij Rapiditas en speelde daarna 16 jaar bij BEVO en sloot daar tevens zijn carrière af met zijn eerste landstitel. In dat seizoen, toen BEVO het op moest nemen tegen de Lions waren de meeste mensen voor BEVO. Dat had misschien te maken met het feit dat ze de underdog waren maar er waren ook gigantisch veel mensen die het Ron Klemann zo erg gunde. De man die al die jaren kind aan huis was bij zijn ‘cluppie’. Heel handbalminnend Nederland wilde dat hij kampioen zou worden. De gunfactor was zo hoog omdat hij al die jaren BEVO trouw is gebleven. Dat soort iconen maken handbal mooi, en dat soort iconen zijn er nog maar weinig. Natuurlijk is clubliefde niet iets wat je kan maken, sterker nog, clubliefde ontstaat.

Er zijn vast meer voorbeelden, en dan heb ik het niet alleen over clubliefde bij handbal, maar binnen alle sporten. In de toekomst zal dat niet vaak meer voorkomen, wat logisch is maar het clubspelersras mag niet verloren gaan. Wat mijn punt daarom ook is, is dat we moeten proberen om alle opties te bekijken voordat er besloten wordt om elders te gaan handballen. En dat kan je als speler of speelster niet altijd zelf. Daar heb je mensen in je omgeving voor nodig die je kunnen voorzien van advies. Of je nou hoog of laag speelt. Jong of volwassen. Volg je eigen weg maar bekijk eerst alle opties, want wie weet ben jij in de toekomst bij jouw club wel de nieuwe Ron Klemann.

Geschreven door Jorick



Advertentie

Join the discussion 10 Comments