Na financiële sores maakt E&O een herstart. Dat doet de oud-landskampioen met spelers uit eigen jeugd. Bewonderenswaardig, volgens columnist Jorick.
Als kenner kun je, je vast het seizoen 2013/2014 nog herinneren. Voor velen een seizoen die, met name voor E&O, een onvergetelijke was. Helaas in negatieve zin. Een huurachterstand van 70.000 euro bij de gemeente Emmen moest worden ingelost. Financieel konden de vergoedingen, auto’s en woningen voor de spelers niet meer uitbetaald worden. Het was zelfs voor een tijdje de vraag of E&O nog wel bestaansrecht zou hebben.
Gelukkig heeft E&O een doorstart kunnen maken. Een doorstart die jaren later zonder schulden opnieuw wordt gemaakt. De gevestigde namen zullen een stapje terug doen en jeugdige talenten worden doorgeschoven. Geen plan voor de korte termijn, maar voor de lange termijn. Talenten zullen moeten rijpen en ‘overleven’ in de eredivisie.
Verbonden voelen
Dit allemaal onder leiding van Freek Gielen. Een ‘love him or hate him’ trainer/coach. Overtuigd van zichzelf, maar wel bezeten van het spelletje. Investeren en opleiden is het devies bij de club uit Emmen. Geen Léon van Schie op de cirkel en Dennis Schellekens onder de lat zoals in het verleden, maar spelers als Wouter Sijpkes en Rick Wielage op het parket.
En ik heb niet de indruk dat het publiek weg zal blijven nu E&O een andere koers zal varen. Integendeel, zelfs. Een stel jonge honden die handballen, omdat ze het leuk vinden en durven te investeren in zichzelf. Dat is bewonderenswaardig. Supporters zullen zich verbonden voelen met het lot van de spelers, omdat er nou eenmaal meer binding is met jongens die voornamelijk uit eigen regio komen.
Durven
Vergoedingen zijn in de BENE-League heel normaal, maar geld is niet altijd een garantie voor succes. Thuiswedstrijden spelen op het allerhoogste niveau voor honderd supporters of een avondje E&O in de eredivisie voor vijfhonderd fans. Wat is dan succes als vereniging? Soms moet je als vereniging een stapje terug durven doen om er twee vooruit te kunnen zetten.
Door: Jorick de Bruijn
Foto: Jaap van der Pijll
