Nog een jaar langer watertanden en dromen over Olympisch eremetaal

Brons, zilver en sinds een aantal maanden zelfs goud. Sinds 2015 hebben de Oranjedames erg goed geboerd. Olympisch eremetaal mist nog en met die gedachte moeten de internationals nog tenminste een jaar langer op wachten.

In het voorjaar van 2016 plaatsten de Oranjedames zich voor het eerst voor de Olympische Spelen. Gierend renden de reserve na de loeibelangrijke zege op Japan. Vier jaar eerder ging het op weg naar de Spelen in Londen op doelsaldo nog mis.

In Rio de Janeiro speelde de nationale ploeg niet haar beste toernooi. Na een haperende start wist Oranje bij de laatste acht te swingen. Uitgerekend tegen het thuisland draaide Nederland op volle toeren met een plaats in de halve finale tot gevolg.

WK in Japan
Nederlagen tegen Frankrijk, Abbingh op de paal, en Noorwegen volgden. Debutant Oranje bleef met lege handen achter. Een aantal maanden later flikte de formatie van toenmalig bondscoach Helle Thomsen, ze volgde succestrainer Henk Groener op, het met zilver op het EK wél.

Op het WK van vorig jaar in Japan wist Nederland niet alleen felbegeerd goud te pakken. Ook plaatsten Tess Wester en consorten zich door het behalen van de wereldtitel direct voor de Olympische Spelen van 2020 in Tokyo. Tot het coronavirus roet in het eten strooide.

2021
Door de uitbraak van het virus is er een streep gegaan door het mondiale toernooi in de zomer. De Spelen zijn verplaatst naar 2021. Daardoor moeten de Oranjedames een jaar langer op de handen zitten.

Jongelingen als Bo van Wetering, Larissa Nusser en Dione Housheer krijgen nog een jaar om te rijpen. Basiskrachten als Danick Snelder (Siofok HC), Angela Malestein (Ferencvaros) en Lois Abbingh (Odense HC) hebben tijdig een nieuwe club in de top gevonden. Daardoor blijft de keuze voor oefenmeester Manu Mayonnade reuze.