Skip to main content

Spoedcursus: Regelgeving in laatste dertig seconden

By 16 januari 2018Voorpagina

Tijdens het EK-duel tussen Slovenië en Duitsland werd tien minuten na speeltijd, na getuur op videotechnologie, alsnog een strafworp gegeven. Arbiter William Weijmans dook op verzoek van Handbal Inside diep in de spelregels.

Advertentie

Rood en een strafworp. Logische vraag: terecht?
De ‘Laatste 30 seconden-regel’ is erg gecompliceerd en wordt vaak verkeerd uitgelegd. Simpele verklaringen als ‘Een bewuste overtreding in de laatste dertig seconden is rood en een 7-meter’ is onjuist. In het kort zegt deze nieuwe regel uit juli 2016 het volgende:

1. Als de bal ín het spel is, is er eigenlijk – bijna – níets anders in deze spelregel dan in de rest van de wedstrijd. Wanneer er een overtreding wordt gemaakt die door de scheidsrechters met een rode kaart bestraft wordt (een actie die in de rest van de wedstrijd ook met rood zou worden bestraft), wordt deze in de laatste dertig seconden – in bijna alle gevallen – ‘verzwaard’ met een 7-meter.

2. Als de bal niet in het spel is (er moet nog een vrije worp, inworp, beginworp, uitworp of 7-meterworp worden genomen) en de tegenstander voorkomt of verhindert door middel van een overtreding deze uitvoering, dan wordt dit in de laatste dertig seconden bestraft met een rode kaart en een strafworp.

Advertentie

Pas dat eens toe op het voorval van gisteravond…
Een vervelend antwoord: wij kunnen niet weten of dit correct is. Gelet op bovenstaande uitleg zou je kunnen zeggen: Drux werpt de bal, dus de bal is ín het spel. Op dit moment moeten de scheidsrechters de overtreding van Blagotinsek hetzelfde behandelen als dat deze situatie op een ander moment in de wedstrijd plaats zou hebben gevonden. Dit betekent: twee minuten en een vrije worp voor niet voldoende afstand houden.

Ik hoor een maar aankomen!
De vraag is: werpt Drux de bal wel binnen de speeltijd? Mocht deze vraag met nee worden beantwoord, is de bal op het moment van de overtreding van Blagotensek – geen afstand houden – niet in het spel. En dan moeten de scheidsrechters een rode kaart en 7-meter geven.

Had het uitgemaakt wanneer Blagotinsek buiten de middencirkel was gaan staan om te blokken?
Nog zo’n misverstand. Een beginworp kent twee belangrijke regels:

1. De beginworp moet door de aanvallende partij in het midden van de middellijn worden genomen, met een tolerantiezone van anderhalf meter naar links en rechts.
2. De verdedigende spelers moeten tenminste drie meter afstand houden van de werper.

De middencirkel met een diameter van drie meter volstaat dus wel voor de controle van de eerste genoemde regel, maar niet de tweede. Wanneer de verdediger direct buiten deze cirkel blokt staat hij nog altijd binnen de benodigde drie meter. Dus: een overtreding.

Wat kunnen handballers hiervan leren?
De spelregel zegt eigenlijk: wordt jouw spelhervatting in de laatste dertig seconden onreglementair gehinderd hou dan de bal vast. Laat wel zien dat je de worp snel nemen wilt, maar gooi de bal niet bijvoorbeeld bewust tegen de verdediger aan.

Wanneer een speler de bal werpt, is de bal ín het spel gebracht en wordt de overtreding bestraft zoals in de rest van de wedstrijd. Hou je de bal vast (bal níet in het spel), is het een overtreding die de uitvoering van de spelhervatting vertraagt of verhindert. Dit is in de laatste dertig seconden een rode kaart en een penalty.

Foto: FotoReza

Advertentie