Skip to main content

Polman is niet stuk te krijgen: “Zolang mijn lichaam het toelaat, wil ik voor Oranje spelen”

Thuis kan ze een bedachtzame moeder zijn, maar met een bal in de hand wil ze nog graag nog een van de meiden zijn. Ook al hebben lichaam en geest enkele optaters gekregen, Estavana Polman (31) is nog niet klaar met tophandbal. Integendeel. Voor het Handbal Inside Magazine sprak Eddy Veerman met haar.

Advertentie

Dromen zijn er zeker, maar als handbalster leeft ‘Es’, vanwege diverse operaties, tegenwoordig bij de dag. De beste speelster van het gouden WK van 2019 praat over herstelperiodes, dichtgeslagen boeken, nieuwe avonturen (op het veld en voor de camera) en de kansen op het WK. “Ik denk dat we iets moois neer kunnen zetten. Vraag me niet waarom, ik heb dat gevoel.”

Boekarest
Het is een paar weken na haar rentree in het internationale tophandbal en haar entree bij haar nieuwe club Rapid Bucureşti, in zowel de competitie als de Champions League. Nadat Polman in augustus voor de derde keer in vier jaar tijd een operatie aan de knie heeft ondergaan.

“Het gaat steeds een beetje beter. Mijn knieën worden nooit meer de oude na zoveel operaties, maar ik voel me goed en ben blij dat ik op het veld sta. Het herstel duurt telkens wel wat langer, maar dat heb je nou eenmaal als je ouder wordt … Noem het maar meer ervaren wordt,” lacht ze.

‘Daar gaan we weer’
“Daar moet ik mee omgaan, ik ben immers geen achttien meer. Belangrijk is om telkens een goede planning te maken. Er is veel krachttraining nodig om alle spieren rondom de knie sterk te maken. Ik laat af en toe een handbaltraining schieten voor zo’n krachttraining. Of ik van de zomer dacht ‘en nu is het klaar?’ Eh, nee. Tuurlijk heb je moeilijke dagen en het gevoel van ‘daar gaan we weer’. ”

Advertentie

“Bij een eerste keer een zware knieblessure ga je vol voor het herstel en gaat je verstand op nul. Dan weet je immers nog niet welk proces je ingaat. Al snel gebeurde er weer iets met die knie (schade aan kruisband en meniscus, red.) en probeerde ik nog een operatie te voorkomen, zodat ik toch mee kon naar de Olympische Spelen. Om er vervolgens achter te komen dat het echt niet ging: weer een operatie en een herstelperiode, waarbij je weet wat je te wachten staat. Dat was mentaal gezien zwaarder.”

Een completere speelster
“Nu ik wat ouder en meer ervaren ben, denk ik wat meer na over bepaalde dingen. Als jonge meid ben je speels en vrij. Ik heb temperament en dat zal ik altijd houden, maar gaandeweg leer je beter in te zien wat het team nodig heeft van jou. Door de blessureperiodes kan ik nu meer genieten van wedstrijden en evenementen.

Als je jong bent en je gaat jaar na jaar naar een EK of WK, dan neem je het al snel als vanzelfsprekend. Maar als je een keer niet mee kan en je moet keihard vechten om terug en erbij te komen, dan leer je andere dingen: dat maakt je een veel completere speelster.”

De grootste eer
“Het handbalspel verandert, dus moet je zoals gezegd nog meer kijken naar wat het team nodig heeft. Ik heb niet meer die vrije rol, kan ook niet steeds de leider zijn. En vergeet niet dat het Nederlands team door allerlei periodes heen is gegaan. Speelsters zijn gestopt.”

“Voor mij is het geen optie geweest om alleen voor mijn club uit te komen. Als je voor je land kan uitkomen, is dat voor mij nog steeds de grootste eer. Zolang het lichaam het toelaat, blijf ik dat doen.”

Het volledige verhaal met Polman lezen? Word dan lid van het Handbal Inside Magazine en ontvang de laatste editie meteen in huis.

Tekst: Eddy Veerman
Foto: Jaap van der Pijll

Advertentie